Hypotheekrente versneld afbouwen
Sinds januari 2014 wordt de hypotheekrenteaftrek elk jaar met 0,5 procentpunt afgebouwd. Daardoor is de maximale aftrek intussen gedaald van 52 procent naar 50 procent. Die daling zal nu versneld worden ingezet.
De hogere inkomens (inkomens vanaf +/- 60.000 per jaar) zullen er door de verlaging van de hypotheekrenteaftrek het meest op achteruitgaan. Tegenover de verlaging van de hypotheekrenteaftrek staat wel een verlaging op de inkomstenbelasting. Ook het eigenwoningforfait, een heffing voor woningbezitters die is gebaseerd op de WOZ-waarde, zal worden verlaagd.
Hoe kan de verlaging er uit komen te zien?
Wanneer de versnelde afbouw per 1 januari 2020 ingaat, zal het streeftarief van 37 procent in 2023 bereikt worden. De verlaging kan er dan als volgt gaan uitzien.
2018: verlaging met 0,5 procentpunt tot 49,5 procent
2019: verlaging met 0,5 tot 49 procent
2020: verlaging met 3 tot 46 procent
2021: verlaging met 3 tot 43 procent
2022: verlaging met 3 tot 40 procent
2023: verlaging met 3 tot 37 procent
Nederlandsche Bank
Volgens de president van de Nederlandsche Bank, Klaas Knot, zal een versnelde afbouw van de hypotheekrente aftrek de woningmarkt stabieler maken. In zijn ogen is het verstandig om de afbouw nu door te voeren aangezien de hypotheekrente extreem laag staat. Dit zou ervoor zorgen dat de huizenbezitters er het minst last van hebben.
